Bereid het deeg: meng het meel, het zout en de boter in een mixer tot het mengsel op grof broodkruim lijkt. Voeg de poedersuiker en de eierdooiers toe, en mix tot een glad mengsel. Dek het deeg af en laat het minstens een uur in de koelkast rusten.

Verwarm de oven voor op 165 °C. Doe het deeg in grote stukken in een geribbelde taartvorm van 30 cm met een verwijderbare bodem en druk het gelijkmatig aan langs de zijkanten en bodem. Laat het 15 minuten rusten.

Bekleed het deeg met bakpapier en plaats er ongekookte rijst of bonen op. Bak 20 minuten, of tot het lichtbruin is. Haal het uit de oven, verwijder het bakpapier en de rijst en bak nog eens 10 minuten, of tot het goudbruin is. Laat het afkoelen.

Maak ondertussen de vulling klaar. Doe alle overige ingrediënten, behalve de boter, in een grote pan op zeer laag vuur; klop tot de eieren zijn opgelost en de suiker is gesmolten.

Maak twee staven en 5 eetlepels ongezouten boter zacht. Voeg de helft van de boter toe en blijf kloppen. Terwijl de eieren beginnen te garen, wordt het mengsel dik genoeg om aan de achterkant van een lepel te blijven plakken. Voeg de rest van de boter toe en blijf kloppen tot het mengsel heel dik is. Blijf tijdens de bereiding kloppen om stollen te voorkomen.

Maak twee staven en 5 eetlepels ongezouten boter zacht. Voeg de helft van de boter toe en blijf kloppen. Terwijl de eieren beginnen te garen, wordt het mengsel dik genoeg om aan de achterkant van een lepel te blijven plakken. Voeg de rest van de boter toe en blijf kloppen tot het mengsel heel dik is. Blijf tijdens de bereiding kloppen om stollen te voorkomen.